Taal

Korte klanken: tweetekenklanken

Tweetekenklanken zijn ui, ei, ij, oe, eu, au, ou en ie.
Je schrijft het woord zoals je het hoort.

Onthouden

Na een tweetekenklank schrijf je geen dubbele medeklinker!

Woorden met een tweetekenklank
521

buiken
vuisten

meiden
treinen

kijken
dolfijnen

boeken
moeder

 
1921

deuren
meubel

pauze
pauwen

houten
gebouwen

dieren
vrienden

Let op de ie. Soms hoor je ie, maar schrijf je i.
liter - gitaar - finale - diploma - idee

Onthouden

Hoor je een korte klinker aan het eind van een lettergreep?
Ga dan met twee dezelfde medeklinkers door!

Korte klinkers zijn a, e, i, o en u.
Kijk maar eens naar de volgende woorden:
 

kno | pen De o klinkt als oo, dus één medeklinker.
knop | pen  De o klinkt als o, dus dubbele medeklinkers.

 

Woorden met korte klinkers
1671
bakken
voetballen
 
bessen
klemmen
blikken
vissen
 
mollen
bloembollen
hutten
huismussen