Terug

Staat in de zin een zwak of sterk werkwoord? [3]

Staat in de zin een zwak of sterk werkwoord? [3]

 

Staat in de zin een zwak werkwoord of een sterk werkwoord? Klik aan.


zwak werkwoord sterk werkwoord
Lieke verliet het gebouw.
Vader vertrouwde die jongen niet.
De wielrenner viel van zijn fiets.