Terug

In welke tijd staan de zinnen? [1]

In welke tijd staan de zinnen? [1]

 

Staat de zin in de tegenwoordige tijd of verleden tijd? Klik aan.


tegenwoordige tijd verleden tijd
Phyllis bedacht zich geen seconde.
De boef klom door het raam.
De deftige dame ontbijt met een groot stuk taart.