Terug

Zet de woorden in het meervoud en zet ze in de goede zin [1]

Zet de woorden in het meervoud en zet ze in de goede zin [1]

 

Kies uit: kip - spaarpot - mol - mis - vis

 

  1. De kinderen doen het geld in hun  spaarpotten .
  2. De kippen zitten er tevreden bij in hun hok.
  3. De vissen zwemmen in de vijver.
  4. De  mollen  leven onder de grond.
  5. We zullen je missen !