Terug

Zet de woorden in het meervoud en zet ze in de goede zin [2]

Zet de woorden in het meervoud en zet ze in de goede zin [2]

 

Kies uit: pauw - deur - berg - sneeuw - vacht

Let op: je mag de woorden maar één keer gebruiken!

 

  1. In de winter worden de vachten van veel dieren dikker.
  2. De veren van de  pauwen hebben mooie kleuren.
  3. Ze maken een wandeling door de bergen .
  4. Morgen gaat het eindelijk sneeuwen .
  5. De deuren in het huis zijn wit.