Taal

Gebruik komma voor of na een aanspreking

Voor of na een aanspreking komt er altijd een komma.

Komma voor of na een aanspreking
komma voor of na een aanspreking, interpunctie

'Marije, kom terug!'

'Gek toch, opa?'

'Lukt het, papa?'
'Jurre, wil je even helpen?'
'Luister, jongen, zo werkt dat niet.'

Wist je dat...

Wist je dat je ook bijna altijd een komma moet zetten na de woorden: janee en oke?

Komma na ja, nee en oke

'Ja, ik wil wel spelen vanmiddag!'
'Oke, dat is goed.'

'Nee, ik heb daar nu geen zin in.'

komma na ja, nee, oke, aanspreking, interpunctie
Onthouden

Let op! Na de komma komt altijd een spatie. Voor de komma juist niet. Behalve bij getallen: 12,50, 13,45, 18,20, enzovoort...