Taal

Sterke werkwoorden in de verleden tijd

Als je de verleden tijd (vt) gebruikt dan zeg je dat er iets al is gebeurd.
De sterke werkwoorden veranderen van klank in de verleden tijd.

Sterke werkwoorden
Tegenwoordige tijd    Verleden tijd Voltooid deelwoord

worden

zingen

lopen

kijken

lezen

   werden

   zongen

   liepen

   keken

   lazen

geworden

gezongen

gelopen

gekeken

gelezen


worden (tt) - werden (vt) - geworden (vd)
zingen (tt) - zongen (vt) - gezongen (vd)
lopen (tt) - liepen (vt) - gelopen (vd)
kijken (tt) - keken (vt) - gekeken (vd)
lezen (tt) - lazen (vt) - gelezen (vd)

Er zijn veel sterke werkwoorden. Deze werkwoorden moet je gewoon onthouden.

Ezelsbruggetje

Een zwak werkwoord is te zwak om van klank te veranderen.

Een sterk werkwoord is sterk genoeg om van klank te veranderen.

Vul de juist vorm in van het sterke werkwoord
   Hele werkwoord   Zin Antwoord
nemen, tt   De kinderen ...?... afscheid van de juf. namen
lezen, tt   Ik ...?... het boek erg graag. las
lopen, tt   Wij ...?... netjes op de stoep. liepen
vliegen, tt   De ...?... vloog door de kamer. vlogen